Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [76]Wij zijn [77]geworden [als die], over welke Gij van ouds niet hebt geheerst, en [78]die naar Uw Naam niet zijn genoemd. 76. Te weten Uw volk, of die, over welken Gij heerst. 77. Te weten vanwege onze zonden en overtredingen. 78. Of, gelijk de Hebreeuwse woorden luiden, over welken uw naam niet is aangeroepen geworden. Zie deze manier van spreken Deut.28:10; hfdst.4 vs.1; Dan.9:10. --------------------